Screens on 11: 60 DAYS (fall-winter)

Claudia Sola

11 april - 9 mei

Verlengd tot 8 juni


De snelheid waarmee de foto- en filmfragmenten aan je voorbij trekken in het werk van Claudia Sola maakt ze nauwelijks leesbaar, maar je herkent ze, desondanks, zoals woorden in een zin. De hoeveelheid beelden bedwelmt, hun afzonderlijke grootten variëren, evenals het ritme waarin ze verschijnen. Found footage wordt gecombineerd met eigen geschoten materiaal, oude foto?s vervloeien met hedendaagse beelden. Haar beelden worden in een raster geschikt, en die structuur is bepalend voor de meeslepende visuele cadans.





Sola wijst op het gapende gat tussen de alomtegenwoordige universele beeldtaal en de particuliere geschiedenissen die vaak worden genegeerd. Waar ze zich daartoe in Trick ‘r Treat (2002) en Klaas Vaak (2002) de cinematografische beeldtaal toe-eigende, daar hergebruikte ze recentelijk de taal van de persfotografie. De vaak heftige beelden tonen geheven armen en kussende mensen, maar ook anonieme plaatsnaamborden, verjaardagstaarten, gespierde lijven, littekens. Net als in de media bestaan vreugde en verdriet ongegeneerd naast elkaar. Een woekerende bosbrand versmelt met een gloeiend ondergaande zon. Slechts de visuele overeenkomst blijft achter op het netvlies van de argeloze kijker die, beneveld door al die beelden, vergeet stil te staan bij de rampspoed waarmee hij wordt geconfronteerd (Being There, 2007). Het ritme is de drijfkracht achter de individuele beelden waaruit de films bestaan en wordt versterkt door de expressieve soundtracks die Sola zelf componeert. Aan het schijnbaar repetitieve mechanisme dankt de film zijn werking, maar belangrijker misschien nog is de uitzonderlijke beeldkwaliteit: geen onooglijke thumbnails die willekeurig op het net bijeen zijn gesprokkeld en tot filmschermpropoties zijn opgeblazen, maar stuk voor stuk foto’s van hoge resolutie.

In haar gelaagde werken appelleert Sola aan de emotionele betrokkenheid van de beschouwer en bevestigt intussen diens zappend kijkgedrag door het wisselende tempo van en veelvoud aan beelden. Kinderen halen water in 101 Days (2007), kinderen bidden, plassen, dansen, protesteren, vechten, eten, spelen, slapen, filmen. Het kind wordt een icoon op deze wijze, gelijk de eveneens veel voorkomende Christusfiguur in de kunsthistorische traditie. De herkomst en de oorspronkelijke betekenis van het symbool - of het nu Jezus is, Che Guevara of het V-teken - is vaak vergeten. Sola herinnert je hieraan. Als de camera aan het einde van 101 Days langzaam uitzoomt, zien we dat op een oude klassenfoto een meisjeshoofd is omcirkeld. Het beeld staat stil, en verdwijnt. Deze bewegingloze foto’s, die refereren aan momenten uit een persoonlijke geschiedenis, vormen de ankerpunten van de films. Ze fungeren als ‘visuele madeleines’, zoals het in thee gedoopte koekje de hoofdpersoon in Prousts magnum opus terugbracht naar een verloren gewaande tijd. Niet alleen lief en leed, ook de verschillende tijdsgewrichten bestaan hier naast elkaar. Maar de zoete smaak van Prousts madeleine is afwezig in Sola’s werk. Ze gaat ervan uit dat geen beeld onschuldig is, zelfs geen ondergaande zon. Een foto of filmfragment duikt op onverwachte momenten op en speelt een spel met de realiteit zonder ermee in tegenspraak te zijn. Een beeld creëer je, zelf, uit diverse flarden en fragmenten. In Claudia Sola’s werk vertelt elk mens, zoals elk afzonderlijk beeld, een verhaal.

Claudia Sola (Zeist, 1974) studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en De Ateliers. Het werk dat zij maakt in opdracht van Stedelijk Museum Bureau Amsterdam is vanaf 11 april tot 9 mei te zien op de panorama-videoschermen van Club 11 in het Post CS-gebouw in het kader van het programma ‘Screens on 11’. De vertoning vindt iedere avond plaats om 21.30 en 21.55 en duurt 15 minuten.

Tekst door Ilse van Rijn