The World inside the Art World
Please note: Flash 7 or higher is required to properly view this website.
Click here to download and install the latest version of Flash
Donderdag 27 november 2014
Tijd:15:30-17:30 uur
Locatie:De Balie
Voertaal: Engels
Toegangsprijs: zie website De Balie
Hoewel iedereen de mond vol heeft van de globalisering, zien we daar – zeker in Nederland - maar weinig van terug in de programmering van kunstinstellingen en galeries, laat staan in collecties. West-Europa, Noord-Amerika, jazeker, maar kunst uit de BRICs? Vrijwel niks. En dat ondanks de indrukwekkende locale kunstgeschiedenissen. Maar om daar meer over te weten zijn we nog steeds aangewezen op de Volkenkundig Musea.
Voor de registratie van het debat klik hier
Zijn we niet nieuwsgierig genoeg? Of zijn we gemakzuchtig en wachten we simpelweg op wat er zich aandient op de markt en/of in het buitenland? Of zijn we wellicht chauvinistisch en zien we de moderne kunst toch vooral als ‘ons ding’? De universele aanspraken die we moderne kunst vaak in de mond leggen, lijken in tegenspraak met het feit dat verreweg het grootste deel van de wereld is uitgesloten van het testen van ons kunstbegrip. Het gevolg: een groot gebrek aan kennis van moderne kunst in een globale context.
In deze paneldiscussie wordt gekeken naar achterliggende oorzaken van dit gemis of desinteresse. Is het primaat van de Westerse institutionalisering van moderne kunst gaandeweg een gereedschap voor uitsluiting geworden? Moeten we de bewegingen van de kunstmarkt afwachten om onze geografische interesses op kunstgebied breder te ontwikkelen en zo ja, waarom is dit dan nog nauwelijks gebeurd in bijvoorbeeld Nederland? Of hebben de kunstinstellingen hier ook een zekere rol van aanjager te vervullen? En zo ja, waar te beginnen – is de wereld niet gewoonweg veel te groot om daar überhaupt over na te denken? Of is ‘de rest van de wereld’ onvermijdelijk voor de komende generaties goedbereisde kunstprofessionals?
Deze vragen komen aan bod in een serie presentaties en de aansluitende discussie. De panelleden zijn onder meer: Jelle Bouwhuis, Godfried Donkor, Chang Tsong-Zung en Maria Varnava. De discussie zal worden geleid door Johan Hartle, assistent professor aan de faculteit wijsbegeerte van de Universiteit van Amsterdam.
---------------------------------------------------
Chang Tsong-Zung (Johnson Chang) is curator en directeur van de Hanart TZ Gallery, gastdocent aan de Chinese kunstacademie en lid van de raad van bestuur van het Asia Art Archive. Vanaf de jaren 1980 cureert hij Chinese tentoonstellingen, waaronder de grootse tentoonstellingen ‘China’s New Art Post-1989’ (internationale tour 1993–98), speciale tentoonstellingen voor de internationale Biënnale in Sao Paulo (1994 and 1996), Hong Kong’s officiële deelname aan de Biënnale in Sao Paulo (1996) en de Biënnale in Venetië (2001), ‘Power of the Word’ (Taiwan en VS tour 1999–2002) en de ‘Yellow Box’ serie bestaande uit onderzoeksprojecten over hedendaagse kunst en Chinese esthetische ruimten (vanaf 2004). Recente tentoonstellingen zijn: co-curator van ‘Guangzhou Triennial 2008: Farewell to Post-Colonialism’, ‘Spiritual Space: A Dimension in Lacquer’ (Hubei Museum of Art 2009) en de ‘West Heavens’ serie van Indiase-Chinese kunst en intellectuele uitwisselingen (gepresenteerd tijdens de Shanghai Biënnale 2010, Guangzhou Triennial 2011 en Shanghai Biënnale 2012). Chang was ook de co-curator van de Shanghai Biënnale in 2012.
Maria Varnava is de directeur van Tiwani Contemporary. Sinds de oprichting in 2011 worden er tentoonstelling georganiseerd van opkomende en gevestigde kunstenaars, gericht op Afrika en haar diaspora. Met het tentoonstellingsprogramma en deelname aan kunstbeurzen presenteert en vertegenwoordigt de galerie onder meer Virginia Chihota, Andrew Esiebo, Theo Eshetu, Mary Evans, Simone Leigh en Abraham Oghobase. Associate artists zijn Ruby Onyinyechi Amanze en Shoshanna Weinberger. Als toevoeging op de commerciële activiteiten organiseert Tiwani Contemporary ook een publiek programma: Art Connect, ondersteund door de A.G. Leventis Stichting. Dit biedt een platform voor het bediscussiëren van hedendaagse kunst door middel van publicaties, lezingen en projecten zowel in de galerie als daarbuiten in samenwerking met andere organisaties.
Godfried Donkor (1964, Kumasi, Ghana) studeerde beeldende kunst aan het Saint Martins College of Art and Design in Londen, Afrikaanse kunstgeschiedenis aan de School of Oriental and African Studies en schilderen aan het Escolla Massana in Barcelona. Zijn werk was te zien tijdens een solotentoonstelling in Dak’Art 2000 in Dakar, Senegal (2000) en in het nationaal museum van Ghana (2006). Hij nam deel aan verschillende groepstentoonstellingen zoals ‘Rethinking Nordic Colonialism’ in NIFCA in Torshavn, Faroe eilanden (2006), ‘Around the World in 80 days’ in ICA in London (2006), ‘Hollandaise’ in SMBA Amsterdam (2012) en RAW Material Company, Dakar (2013). Zijn werk is momenteel te zien in de tentoonstelling ‘How Far How Near’ in het Stedelijk Museum, wat recent een werk van hem aanschafte. Donker leeft en werkt afwisselend in Kumasi, Londen en Johannesburg.
Jelle Bouwhuis (1965, Nederland) is curator van het Stedelijk Museum Amsterdam en hoofd van haar projectruimte, Stedelijk Museum Bureau Amsterdam (SMBA). Hij cureerde meer dan 30 tentoonstellingen in SMBA, evenals de grootschalige groepstentoonstelling ‘Monumentalism. History and National Identity in Contemporary Art’ in het Stedelijk Museum (2010), met catalogus, en ‘Spaces of Exception’ in ArtPlay, Moskou, als een speciaal project voor de Biënnale in Moskou in 2013. Hij was ook co-redacteur van Now is the Time. Art and theory in the 21st Century, (NAi Publishers, 2009) en Project 1975 – Contemporary art and the Postcolonial Unconscious (Blackdog Publishers, 2014). Hij is momenteel curator van het langlopende project Global Collaborations in het Stedelijk Museum en stelde daarvoor de tentoonstelling ‘How Far How Near. The World at the Stedelijk’ samen. Zie: http://global.stedelijk.nl
Johan Frederik Hartle (1976, Duitsland) is assistent professor kunstfilosofie en cultuur aan het departement voor filosofie, Universiteit van Amsterdam (UvA). Hij behaalde zijn PhD aan de universiteit van Munster in 2005 met een dissertatie over de impact van de ‘spatial turn’ in cultuurtheorie en politieke esthetiek. Hierna deed hij onderzoek aan verschillende internationale universiteiten (zoals de Hebreeuwse Universiteit van Jerusalem en de Università Roma Tre, Rome). Over het algemeen bestaat zijn onderzoeksveld uit de connectie tussen esthetiek en politiek in Marxistische en post-Marxistische debatten en de traditie van institutionele kunsttheorieën. Recente publicaties zijn: Beate Geissler/Oliver Sann/Johan Frederik Hartle: Personal Kill, Nürnberg: Verlag für Moderne Kunst 2010, Rainer Ganahl/Johan Frederik Hartle: DADALENIN, Zürich/Stuttgart: Edition Taube 2013.